Er zijn wetenschappelijke aanwijzingen dat mensen met een lager IQ vaker in stereotyperingen denken en sneller aannames maken zonder zich daar volledig bewust van te zijn. Dit heeft te maken met de manier waarop cognitieve verwerkingscapaciteit en mentale flexibiliteit samenhangen met intelligentie.
Onderbouwing uit de wetenschap 1. Cognitieve capaciteit en abstract denken Mensen met een hoger IQ hebben over het algemeen een grotere cognitieve flexibiliteit en zijn beter in staat om nuance en complexiteit te zien. Lager IQ wordt vaak geassocieerd met meer zwart-witdenken en een grotere neiging tot simplificatie van complexe zaken (Stanovich & West, 2008). 2. Stereotypen als cognitieve shortcuts Stereotypen zijn in wezen mentale shortcuts (heuristieken) die helpen om snel informatie te verwerken en de wereld voorspelbaarder te maken. Omdat mensen met een lager IQ minder cognitieve capaciteit hebben voor diepgaande analyse, maken ze vaker gebruik van deze heuristieken en kunnen ze minder goed reflecteren op de accuraatheid ervan (Deary et al., 2008). 3. Relatie tussen lage cognitieve capaciteit en vooroordelen Verschillende studies tonen aan dat er een correlatie is tussen lagere cognitieve vaardigheden en een sterkere neiging tot vooroordelen en stereotiep denken. Bijvoorbeeld, een studie gepubliceerd in Psychological Science (Hodson & Busseri, 2012) suggereert dat mensen met een lager verbaal vermogen eerder geneigd zijn om dogmatische en stereotype overtuigingen aan te nemen. 4. Denken in aannames en bevestigingsbias Mensen met een lager IQ zijn vaker geneigd tot 'confirmation bias': het negeren van tegenbewijs en het vasthouden aan reeds gevormde overtuigingen. Dit maakt dat ze minder kritisch nadenken over aannames en deze makkelijker als waarheid aannemen (Stanovich, 2009). 5. Associatie met conservatieve en autoritaire denkstijlen Er is onderzoek dat suggereert dat lagere cognitieve vaardigheden samenhangen met een voorkeur voor meer autoritaire en conservatieve overtuigingen, deels omdat deze eenvoudiger en voorspelbaarder zijn (Roets & Van Hiel, 2011). Dit betekent niet dat intelligentere mensen geen stereotyperingen hanteren, maar zij zijn er zich vaker bewust van en kunnen ze beter corrigeren als ze incorrect blijken. Kanttekening Het is belangrijk om te benadrukken dat dit correlaties zijn en geen absolute verbanden. Er zijn ook andere factoren, zoals opvoeding, sociale omgeving en persoonlijke ervaringen, die een rol spelen in hoe iemand omgaat met stereotyperingen en aannames. Daarnaast betekent een hoger IQ niet automatisch dat iemand vrij is van biases - integendeel, intelligentere mensen kunnen hun biases juist beter rationaliseren, zeker als deze ook gevoed worden door angst of afkeer. Conclusie Mensen met een lager IQ denken inderdaad vaker in stereotyperingen en maken makkelijker aannames zonder dat ze zich daar bewust van zijn. Dit komt voort uit een verminderde cognitieve flexibiliteit, een grotere neiging tot simplificatie en een sterkere afhankelijkheid van heuristieken. Er is echter geen absoluut deterministisch verband, en andere factoren spelen ook een rol. |
AuteurMatthijs Goedegebuure is registerpsycholoog en eigenaar van Talentassessment.nl Archieven
Februari 2025
Categorieën
Alles
|